Ainsworth, Mary

Mary Ainsworth (1 december 1913 – 21 maart 1999) was een ontwikkelingspsychologe die het meest bekend is vanwege haar ‘vreemde situatietest’ (Strange Situation Assessment) en haar bijdragen aan de hechtingstheorie.

Ainsworth ging dieper in op Bowlby’s onderzoek naar hechting en ontwikkelde een benadering voor het observeren van de hechting van een kind aan een verzorger. Op basis van haar onderzoek identificeerde ze drie belangrijke hechtingsstijlen die kinderen hebben ten opzichte van hun ouders of verzorgers.

Lees ook: Hechting en hechtingsproblemen bij kinderen en volwassenen

De impact van haar vroege leven

Mary Ainsworth is geboren in Glendale Ohio. Toen ze 15 was las ze het boek Character and the Conduct of Life van William McDougall, dat haar levenslange interesse in psychologie inspireerde.

Ze doorliep het erepsychologieprogramma aan de Universiteit van Toronto. Na het behalen van haar Bachelor in 1935, haar Master in 1936 en haar PhD in 1939 gaf ze enkele jaren les aan de Universiteit van Toronto voordat ze zich in 1942 bij het Canadese Vrouwenleger aansloot.

In 1950 trouwde ze met Leonard Ainsworth en verhuisde ze naar Londen. Na haar terugkeer in de VS nam Ainsworth een positie in aan de John Hopkins University. Ze scheidde in 1960 en kreeg daarbij therapie die bijdroeg aan haar interesse in de psychoanalyse. Ze begon les te geven aan de Universiteit van Virginia en bleef hier werken voor de rest van haar carrière.

De hechtingstheorie

Tijdens haar verblijf in Engeland werkte Ainsworth in de Tavistock Clinic met psycholoog John Bowlby. Hierna ze tijd door met het uitvoeren van onderzoek naar moeder-kind interacties in Oeganda.

Na terugkomst in de VS werkte ze aan een beoordeling om de hechting tussen moeders en kinderen te meten. Ze ontwikkelde haar beroemde vreemde situatietest waarmee een onderzoeker de reacties van een kind observeert wanneer een moeder haar kind kortstondig alleen laat in een onbekende kamer. De manier waarop het kind zich gedraagt tijdens de scheiding en bij terugkeer van de moeder onthult belangrijke informatie over de gehechtheid.

Op basis van haar observaties en onderzoek concludeerde Ainsworth dat er vier belangrijke hechtingsstijlen zijn: veiligvermijdendafwerend en angstig gedesoriënteerd. Sinds deze eerste bevinding heeft haar werk talloze onderzoeken opgeleverd naar de aard van de hechting en de verschillende hechtingsstijlen die bestaan tussen kinderen en verzorgers.

Belangrijke bijdragen aan de psychologie

Mary Ainsworth’s onderzoek naar hechting heeft een belangrijke rol gespeeld in ons begrip van de ontwikkeling van kinderen. Hoewel haar werk niet zonder eigen controversie is hebben haar observaties een enorme hoeveelheid onderzoek naar hechting in de vroege kinderjaren geïnspireerd.

Bronnen

  • O’Connell, AN, & Rusoo, NF.  Models of achievement: Reflections of eminent women in psychology. New York: Columbia University Press; 1983.
  • Ainsworth, M. D. S., en Wittig, B. A. (1969). Attachment and exploratory behavior of one-year-olds in a strange situation. In B. M. Foss(Ed. ), ‘Determinants of infant behavior’, jaargang 4, p. 111-136). London, Methuen.

Lees ook: Hechting en hechtingsproblemen bij kinderen en volwassenen


Waarom word je steeds verliefd op hetzelfde type?

Lees het in het artikel Lovemaps: de verborgen blauwdruk van onze liefde.


Boekentip:

Een toekomst zonder vroeger (Sammie Wolf)

Sammie is begin twintig en worstelt met de gevolgen van onveilige hechting en emotionele verwaarlozing. Het ontbreken van een emotioneel veilige basis in haar jeugd sijpelt door in haar volwassen leven. Niet zozeer wat er vroeger gebeurde, maar vooral wat er ontbrak: troost, steun, betrouwbaarheid, zorgzaamheid, veiligheid. In de openhartige verhalen in Een toekomst zonder vroeger deelt Sammie hoe een onveilige hechting en emotionele verwaarlozing voor haar voelen, en hoe ze zichzelf steeds beter leert begrijpen.