(C-)PTSS, wat is dat nou eigenlijk?
PTSS betreft een stress-toestand die optreedt ná het meemaken van een traumatische gebeurtenis. Het klinkt natuurlijk logisch dat je allerlei narigheid ervaart na een schokkende gebeurtenis. Toch ontwikkelt niet iedereen die een traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt een Posttraumatische Stressstoornis. Indien klachten als hyperalert zijn, herbelevingen en prikkelbaarheid langer aanhouden dan ongeveer een maand, kan er sprake zijn van PTSS. Duurt het korter dan een maand dan is er waarschijnlijk sprake van een Acute Stressstoornis.
Dit diepmenselijke boek geeft een verhelderend inzicht in de oorzaken en gevolgen van trauma, en biedt hoop en duidelijkheid voor iedereen die de verwoestende effecten van traumatische ervaringen heeft leren kennen.
Lees verder
Mogelijke symptomen van PTSS zijn:
- Herbelevingen (nachtmerries/flashbacks)
- Vermijding van herinneringen of emotionele uitschakeling hiervan
- Hyperalertheid
- Prikkelbaarheid/Woedeuitbarstingen
- Roekeloos of zelfdestructief gedrag
- Concentratieproblemen
- Slaapstoornissen
- Extreme spanning als gevolg van bepaalde prikkels
- Overdreven negatieve overtuigingen of verwachtingen over zichzelf, anderen of de wereld
- Onvermogen om een belangrijk aspect van de traumatische gebeurtenis te herinneren
- Hevige schrikreacties
- Negatieve gemoedstoestand (zoals: angst, boosheid, schuldgevoelens of/en schaamte)
- Verminderde interesse voor deelname aan belangrijke activiteiten
- Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen
- Onvermogen om positieve emoties te ervaren
Bovenstaande symptomen hoeven niet allemaal voor te komen. De zich voordoende symptomen variëren per persoon.
Wat is het verschil tussen PTSS en C-PTSS?
C-PTSS staat voor een Complexe Posttraumatische Stressstoornis. C-PTSS is in de DSM5 helaas niet als afgebakende diagnose opgenomen en kan niet als diagnose zonder PTSS gesteld worden. Daarom is het van belang complex trauma en complexe PTSS te specificeren in een beschrijvende diagnose. C-PTSS ontstaat vaak door vroegkinderlijke ernstige en/of herhaaldelijke traumatisering, waardoor de persoonlijkheidsontwikkeling ernstige schade heeft opgelopen. Naast alle symptomen die bij PTSS aanwezig zijn, is er bij C-PTSS vaak ook sprake van onderstaande symptomen:
- Negatief zelfbeeld
- Moeite hebben met het reguleren van emoties
- Moeite met het vertrouwen van andere mensen
- Dissociaties
Net zoals bij PTSS, ontwikkelt niet iedereen die als kind ernstige trauma’s heeft meegemaakt C-PTSS. Of je wel of niet een stoornis ontwikkelt vanuit traumatische ervaringen ligt aan meerdere factoren, zoals de kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een psychisch probleem. Dit wordt gedeeltelijk erfelijk bepaalt, maar heeft ook te maken met psychische en sociale factoren.
Lange tijd zochten we het antwoord op stress- en angstklachten in onze hersenen. Recent onderzoek toont aan dat we verder moeten kijken dan dat.
Wat is de oorzaak van (C-)PTSS?
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) wordt veroorzaakt door het meemaken van een (ernstige) traumatische ervaring. Niet iedereen ontwikkelt een PTSS na een ingrijpende gebeurtenis. Waarom dit zo is, is niet eenduidig te verklaren. Het is niet duidelijk waarom de één wel en de ander geen PTSS ontwikkelt na hetzelfde trauma te hebben meegemaakt. Wel zijn er een aantal factoren van belang gebleken bij het ontwikkelen van een PTSS.
Psychologische factoren
Mensen ervaren de ene gebeurtenis heftiger dan de andere. Oorlogen en seksuele misdrijven leiden vaak tot meer klachten dan bijvoorbeeld. Hoe vaker de schokkende gebeurtenissen voorkomen, hoe moeilijker ze te verwerken zijn. Denk bijvoorbeeld aan incest, mishandeling of ervaringen in de oorlog.
Hoe zwaar de last is die iemand kan dragen na bijvoorbeeld een traumatische gebeurtenis wordt deels bepaald door erfelijkheid. Daarnaast is je jeugd en opvoeding belangrijk. Wanneer je in een stabiele, liefdevolle omgeving bent opgegroeid dan heb je waarschijnlijk meer ‘draagkracht’ en minder kans op een PTSS.
Steun en opvang vanuit de omgeving wordt vaak als troostend ervaren. Het gevoel dat je je verhaal kan doen en dat dit erkent wordt is belangrijk. Een goede opvang vermindert de kans op het ontstaan van een PTSS.
Neurobiologie
Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat bij mensen met PTSS de fysiologische reacties tijdens het luisteren naar het cassettebandje van de traumatische gebeurtenis zijn toegenomen. Nader onderzoek wijst op een ontregeling van het noradrenerge systeem. Noradrenaline is een stresshormoon dat in het bijniermerg wordt geproduceerd.
Uit een langlopend onderzoek onder Afghanistan-veteranen blijkt dat het aanpassingsvermogen van DNA mogelijk een rol speelt bij het al dan niet optreden van een posttraumatische stressstoornis. Het gaat hier om omkeerbare erfelijke veranderingen die optreden in het gedrag van een cel zonder wijzigingen in de sequentie van het DNA in de celkern.
Bij alle militairen met traumatische ervaringen tijdens de missie bleek de expressie van een aantal genen die een rol spelen bij stress te zijn veranderd. Bij de militairen met PTSS waren de adaptieve epigenetische veranderingen minder groot dan bij militairen zonder PTSS.
Voor het onderzoek, dat in 2017 werd gepubliceerd in Molecular Psychiatry, werden 93 Nederlandse veteranen langdurig gevolgd. Van hen werden bloedmonsters afgenomen.
PTSS en het brein
Het limbisch systeem in onze hersenen reguleert emoties, motivatie en ook onze herinneringen. Het limbisch systeem wordt ook wel eens het oerinstinct genoemd. De drie belangrijke delen van het limbisch systeem in de hersenen zijn de hippocampus, de amygdala en de prefrontale cortex.
Hippocampus
De hippocampus is het hersengebiedje dat verantwoordelijk is voor navigeren, leren en onthouden. Wanneer iemand veel stress heeft scheiden de bijnieren cortisol af. Dit stresshormoon wordt schadelijk als er te grote hoeveelheden van aangemaakt worden.
Amygdala
De amygdala is verantwoordelijk voor het sturen en verwerken van emoties en staat in verbinding met de hippocampus. Eén van de belangrijkste emoties die de amygdala reguleert is angst. De manier waarop we emoties en stress beleven in het dagelijks leven wordt hierin opgeslagen.
Prefrontale cortex
De prefrontale cortex staat voor het organiseren, ondernemen, impulsbeheersing, sociaal gedrag en het nemen van (juiste) beslissingen. Bij een goed functionerend limbisch systeem is de prefrontale cortex ‘de baas’ over de processen die aangestuurd worden door de hippocampus en de amygdala.
Wanneer er een verstoorde hersenactiviteit is, bijvoorbeeld door te veel ingrijpende levensgebeurtenissen, te veel stress, te veel trauma’s, zal de prefrontale cortex niet in staat zijn om nog goed te reageren op de processen in de amygdala en de hippocampus.
Het meeste onderzoek naar PTSS in het brein beperkt zich tot mensen met chronische PTSS. Er zijn bij PTSS overactiviteit van het hippocampus en amygdala en lagere activiteit van de prefrontale cortex waargenomen.
Ook heeft de Hippocampus een lager volume bij mensen met PTSS. Helaas wordt onderzoek naar de hersenen gecompliceerd doordat veel mensen die lijden aan PTSS ook lijden aan andere psychische ziekten, zoals depressie en alcoholmisbruik, waarbij ook een vermindering van het hippocampusvolume wordt gezien.
Polyvagaal theorie
Is (C-)PTSS te behandelen?
Inmiddels is zowel PTSS als C-PTSS relatief goed te behandelen. De twee meest effectieve behandelmethodes voor PTSS zijn EMDR en Imaginaire Exposure. Voor C-PTSS zijn deze methodes ook effectief, maar wordt er meestal een 3-fasebehandeling opgestart waarmee men niet direct begint met traumaverwerking. Vaak bestaat de behandeling voor C-PTSS uit:
- een stabilisatietraject, waarin wordt gewerkt aan stabiliteit, emotieregulatie, een vertrouwensrelatie opbouwen met de therapeut en het verminderen van dissociaties.
- een fase gericht op traumaverwerking met behulp van behandelingen als EMDR
- een rehabilitatie en re-integratiefase, die er op gericht is om weer te kunnen functioneren in de maatschappij.
Herken je patronen, heel van je verleden en creëer je eigen Zelf.