Toen ik nog maar een klein Evi’tje was speelde ik met de buurjongen wel eens met elastiekjes. We trokken eraan en probeerden hem weg te schieten. Ik leerde al snel dat de elastieken pijn kunnen doen als ik ze tegen mijn hand liet klappen, maar toch kan ik het nog steeds niet laten om af en toe een elastiek te schieten. Als ik hem te ver uitrek kan hij breken of terugslaan. Als ik de band niet ver genoeg rek blijft hij slap en valt hij aan mijn voeten. Om het elastiek door de kamer te laten zweven moet ik er precies genoeg spanning op zetten.
Spanning om te zweven
Dat is ook de essentie van hoe ik probeer te leven met mijn angst. Angst hebben we allemaal, het is een duidelijk effect van onze snelle, ontwrichtende wereld en de stress in ons dagelijks leven. Onzekerheid is een realiteit en angst is onze natuurlijke partner. De grote bedreiging van mijn gemoedsrust is niet de angst zelf, maar de manier waarop ik naar angst kijk.
Een groot deel van mijn leven zag ik angst als iets om te vrezen en te vermijden. Dit maakte me juist angstiger. Te weinig controle over mijn leven maakte me angstig. Ik voelde me kwetsbaar. Door angst werd ik gestrest of liep ik van dingen weg. Daardoor kreeg ik minder controle over mijn leven.
Dit komt voort uit eeuwen waarin verandering gevaarlijk en zelfs levensbedreigend was. Het komt voort uit de medische modellen die angst als uitsluitend een psychisch gezondheidsprobleem in beeld brengen. Natuurlijk moet overmatige angst worden behandeld door een therapeut. Maar angst is voor velen van ons ook een bron van opgeslagen energie die we in ons voordeel kunnen gebruiken.
Angst is een boodschap van ons lichaam waar we op moeten letten. Angst leidt je naar de verborgen drijfveer. Angst accepteren als een natuurlijk onderdeel van de menselijke ervaring is een onderdeel van bewust leven. Net als het elastiekje zal te veel angst ons breken. Te weinig angst zorgt dat we blijven steken. We hebben precies genoeg angst nodig om te zweven.
Te weinig angst: zelfgenoegzaamheid
Leven met te weinig angst is als leven met je kop in het zand. Je vermijdt natuurlijke verandering en overwaardeert wat je al hebt. Het is niet verwonderlijk dat mensen met weinig angst in een beschermde bubbel leven. Misschien hebben hun ouders hen gespaard van moeilijkheden, of misschien hebben ze op jonge leeftijd geleerd dat ze zichzelf moesten beschermen tegen onzekerheid en complexiteit. Wat de reden ook is, te weinig angst heeft een nadeel in onze snel veranderende wereld; je beweegt niet mee.
Te veel angst: chaos
De meesten van ons hebben juist veel te veel angst. De hectische wereld maakt het moeilijk onze angsten te vermijden. Sommige mensen maken leven onder grote stress een kunstvorm. Deze mensen zijn gehecht aan gelijk hebben, in controle zijn, en krachtig overkomen. Ze creëren een ongezonde energie om zich heen. Aan de basis van dit gedrag ligt hun angst voor mislukking en onbeduidendheid.
Mensen met te veel angst zijn emotioneel uit contact met zichzelf en met het moment. Van binnen worden ze vaak gegijzeld door negatieve emoties zoals woede, verdriet en angst. Aan de buitenkant schijnen die onverwerkte en vaak ontkende emoties door, waardoor ze hun innerlijke chaotische energie naar iedereen om hen heen overbrengen.
Net genoeg angst: Zweven
Net genoeg angst levert het juiste spanningsniveau, dat je vooruit drijft zonder dat je weerstand biedt, het opgeeft of probeert controle uit te oefenen op wat er gebeurt. Met precies de juiste hoeveelheid angst wil je nieuwe dingen leren, zodat je verder komt dan je huidige realiteit. Het stelt je in staat om de kloof te dichten tussen wie je bent en wie je wilt zijn.
Angst voor je laten werken
Wat zie je als je in de spiegel kijkt? Zie je het gezicht van zelfgenoegzaamheid? Het gezicht van angst? Of zie je het gezicht van versnelling? Ikzelf heb alle verschillende gezichten gezien op verschillende momenten in mijn leven.
We hebben allemaal te weinig of te veel angst onder stress. Niemand blijft de hele tijd in het midden van de spanningsboog. Om met net genoeg angst te leven, moet je weten wanneer je te weinig of te veel angst hebt en jezelf kunnen corrigeren naar het midden. Om dit te doen moet je bewust zijn van je angst en begrijpen hoe dit jezelf en anderen beïnvloedt. Elke keer dat je een rustdag inplant als de stress je inhaalt, of iets engs doet als je verveling voelt inslaan, ken je jezelf beter.
Als je je er bewust van bent dat er een midden is, kun je proberen om je evenwicht te bewaren. Elke stap van de uitersten van angst naar het centrum is een stap vooruit.