Wat is arachnofobie (spinnenangst)?
Arachnofobie, ook wel spinnenfobie of spinnenangst genoemd, is de intense angst voor spinnen en andere spinachtigen. Arachnofobie is een specifieke fobie en veroorzaakt significant leed dat je levenskwaliteit kan beïnvloeden. Bij contact met een spin, of het denken aan spinachtigen voel je onmiddellijk (symptomen) van angst voelen.
Arachnofobie is waarschijnlijk de meest voorkomende specifieke fobie en in ieder geval de meest voorkomende vorm van dierenfobie. Over de hele wereld zijn tussen 3% en 15% van de mensen gediagnosticeerd met specifieke fobieën, waarbij dieren- en hoogtevrees het meest voorkomen. Opvallend is dat arachnofobie bij natuurvolkeren aanzienlijk minder voorkomt dan in de westerse samenleving.
Niet elke persoon die zich bang voelt in de buurt van spinnen heeft arachnofobie. Om een diagnose voor een specifieke fobie te krijgen, moet aan bepaalde criteria voldaan zijn, waaronder verstoring van handelingen van het dagelijks leven en een vermindering van je levenskwaliteit door de intensiteit van de angst.
Symptomen van arachnofobie (spinnenangst)
Als je arachnofobie hebt kun je een verscheidenheid aan specifieke fobie-gerelateerde symptomen ervaren, of je nu in de aanwezigheid van een spin bent of er alleen maar aan denkt. Symptomen van arachnofobie kunnen zijn:
- Onmiddellijke angst en ongerustheid als je een spin ziet of eraan denkt
- Angst of bezorgdheid die niet in verhouding staat tot het gevaar dat de spin voor je vormt
- Vermijden van spinnen
- Paniek- en/of angstreacties, zoals moeite met ademhalen, snelle hartslag, misselijkheid, zweten, trillen, en een behoefte om te vluchten
De gevolgen van arachnofobie kunnen je kwaliteit van leven aanzienlijk beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld panieksymptomen ervaren en je niet op je gemak voelen in je huis als je weet dat er een spin in zit. De angst kan zich uiten in het vermijden van gebieden waar je spinnen verwacht tegen te komen, bijvoorbeeld een zolder met veel spinnenwebben, maar ook van vakantiegebieden waar de kans groot is met spinnen geconfronteerd te worden. Je vermijdt misschien buitenactiviteiten waar spinnen aanwezig kunnen zijn, zoals wandelen of picknicken in het park.
Voor je omgeving zijn de angsten en paniek niet reëel en je ziet zelf in dat de angst overdreven groot is.
Diagnose van arachnofobie (spinnenangst)
Specifieke fobieën worden van angsten onderscheiden met behulp van diagnostische criteria die je vindt in de huidige editie van het Diagnostic and Statistical Manual van de American Psychiatric Association. Een arts of psycholoog gebruikt deze criteria gebruiken om je symptomen beter te begrijpen en te bepalen of je een specifieke fobie hebt.
Een diagnose van een specifieke fobie vereist dat de symptomen minstens zes maanden aanwezig zijn en je leven en welzijn ernstig verstoren of ontregelen.
Je arts of psycholoog kan je vragen stellen over je symptomen, de intensiteit ervan, en de duur. Ze kunnen ook een medische voorgeschiedenis afnemen, vragen naar je huidige copingvaardigheden, en te weten komen wat je behandeldoelen zijn.
Oorzaken van arachnofobie (spinnenangst)
Arachnofobie kan veroorzaakt worden door het meemaken van een of meerdere traumatische ervaringen met spinnen. Arachnofobie kan ook veroorzaakt worden door:
- Een evolutionaire reactie: Onderzoek suggereert dat arachnofobie of een algemene afkeer van spinnen een voorouderlijke overlevingstechniek is geweest en dus in onze genen kan zitten.
- Culturele en/of religieuze overtuigingen: Sommige culturele of religieuze groepen lijken fobieën te hebben die verschillen van fobieën die in de algemene bevolking veel voorkomen, waardoor cultuur en religie potentiële factoren zijn bij het ontstaan van fobieën.
- Genetische of familie-invloeden: Onderzoekers geloven dat er een genetische component verbonden kan zijn met fobieën. Ook omgevingsfactoren in de familie kunnen de ontwikkeling van fobieën beïnvloeden. Als je ouder bijvoorbeeld een specifieke fobie voor iets heeft, kan een je die angst oppikken en er een fobische reactie op ontwikkelen.
Specifieke fobieën komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen, zowel bij adolescenten als bij volwassenen. Je loopt meer risico om spinnenfobie te ontwikkelen:
- als je een eerdere traumatische ervaring met een spin hebt gehad,
- als je een andere psychische aandoening hebt,
- en/of een familiegeschiedenis van fobieën hebt.
Behandeling van arachnofobie (spinnenangst)
Net als andere specifieke fobieën wordt arachnofobie het vaakst behandeld met therapie, vooral cognitieve gedragstechnieken. Cognitieve gedragstherapie (CGT) richt zich op het stoppen van de negatieve automatische gedachten die met het gevreesde voorwerp of de gevreesde situatie worden geassocieerd en het vervangen ervan door meer rationele gedachten. Gebruikte technieken kunnen zijn:
- Cognitief reframen: Deze methode helpt je de manier waarop je naar iets kijkt te veranderen, zodat je het niet langer als gevaarlijk of stressvol ervaart. Dit kan uiteindelijk je lichamelijke reactie op een triggerende stimulus, zoals het zien van een spin, veranderen.
- Systematische desensibilisatie: Bij deze methode gebruik je ontspanningstechnieken en confronteer je daarna je angsten van de minst naar de meest angstopwekkende.
- Onderzoek heeft aangetoond dat virtual reality therapie, waarbij je wordt blootgesteld aan virtuele voorstellingen van spinnen een effectieve behandelingsmethode voor arachnofobie kan zijn.
- Oogbewegingsdesensitisatie en -opwerking (EMDR) kan een nuttige therapeutische techniek zijn als je specifieke fobie ontstaan is door een traumatische ervaring.
- In sommige gevallen kunnen ook medicijnen gebruikt worden om arachnofobie te behandelen.
Omgaan met arachnofobie (spinnenangst)
Als je symptomen van arachnofobie ervaart, zijn er manieren waarop je ermee kunt omgaan.
- Ontspanningstechnieken: Ontspanningsmethoden zoals diep ademhalen, mindfulness, progressieve spierontspanning, en meditatie kunnen de symptomen die met arachnofobie gepaard gaan helpen verminderen.
- Zelfzorg: Prioriteit geven aan je zelfzorg kan helpen je algemene niveaus van stress en angst te verminderen. Zelfzorg kan bestaan uit het beoefenen van een goede slaaphygiëne, lichaamsbeweging, en contact maken met ondersteunende vrienden en familie.
- Geleidelijke zelf-blootstelling of zelf-exposure: Als je je daar prettig bij voelt, kun je overwegen jezelf geleidelijk aan spinnen bloot te stellen, terwijl je tegelijkertijd ontspanningstechnieken oefent.
Bronnen
- Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- Anderson, D.M. (2000). Dorland’s illustrated medical dictionary (29ste uitgave). Philadelphia/London/Toronto/Montreal/Sydney/Tokyo: W.B. Saunders Company
- Eaton WW, Bienvenu OJ, Miloyan B. Specific phobias. The Lancet Psychiatry. 2018;5(8):678-686. doi:10.1016/S2215-0366(18)30169-X
- Hoehl S, Hellmer K, Johansson M, Gredebäck G. Itsy bitsy spider…: Infants react with increased arousal to spiders and snakes. Front Psychol. 2017;8:1710. doi:10.3389/fpsyg.2017.01710
- National Institute of Mental Health. Specific phobia. Published November 2017.
- Trumpf J, Margraf J, Vriends N, Meyer AH, Becker ES. Specific phobia predicts psychopathology in young women. Soc Psychiat Epidemiol. 2010;45(12):1161-1166. doi:10.1007/s00127-009-0159-5
- Botella C, Fernández-Álvarez J, Guillén V, García-Palacios A, Baños R. Recent progress in virtual reality exposure therapy for phobias: A systematic review. Curr Psychiatry Rep. 2017;19(7):42. doi:10.1007/s11920-017-0788-4