hoogsensitief persoon of highly sensitive person (hsp)

Hoogsensitief persoon of Highly Sensitive Person (HSP)

Wat is HSP?

Een hoogsensitief persoon of HSP’er is een term uit de psychologie voor mensen die gevoeliger zijn voor prikkels. Hoogsensitiviteit of hooggevoeligheid is geen eenduidig begrip. Bij de een ligt de nadruk op overgevoeligheid voor licht, geluid en drukte. De ander is heel empathisch en neemt de gevoelens van anderen over. Vaak wordt hoogsensitiviteit verkeerd geïnterpreteerd als een stoornis. Onderzoek wijst uit dat het gaat om een persoonlijkheidseigenschap.

Volgens de theorie van psycholoog Elaine Aron zijn HSP’ers een subgroep van de bevolking die hoog scoren op het kenmerk ‘sensorische informatieverwerkingssensitiviteit’ en een verhoogde emotionele gevoeligheid, een sterkere reactiviteit op zowel externe als interne stimulatie (pijn, honger, licht en ruis) en een complex innerlijk leven vertonen.

HSP’ers worden meer dan anderen negatief beïnvloedt door geweld, spanning of sensorische overprikkeling. Als gevolg daarvan vermijden ze situaties waarin zulke gevoelens kunnen voorkomen. Hoogsensitiviteit gaat ook gepaard met een hoger niveau van creativiteit, rijkere persoonlijke relaties en een grotere waardering voor schoonheid.

Kenmerken van HSP’s

  • Zijn zich bewust van subtiele signalen in de omgeving.
  • Worden beïnvloed door de stemmingen van anderen.
  • Zijn gevoelig voor pijn.
  • Tijdens drukke dagen hebben zij meer behoefte om zich terug te trekken in bed, een donkere kamer of een plek waar men ongestoord alleen kan zijn.
  • Zijn bijzonder gevoelig voor de effecten van cafeïne.
  • Raken gemakkelijk overvoerd door zaken als fel licht, sterke geuren, grove weefsels of harde sirenes.
  • Hebben een rijke en complexe innerlijke belevingswereld.
  • Voelen zich niet op hun gemak bij harde geluiden.
  • Kunnen diep geroerd raken door kunst of muziek.
  • Zijn consciëntieus.
  • Schrikken snel.
  • Voelen zich opgejaagd als ze in korte tijd veel moeten doen.
  • Als hoogsensitieve mensen zich in een omgeving niet prettig voelen, weten zij meestal wat er moet gebeuren om dat te veranderen (door bijvoorbeeld het licht te dimmen of het meubilair te verplaatsen).
  • Raken geïrriteerd als mensen hen te veel tegelijkertijd willen laten doen.
  • Doen erg hun best om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt of dat ze iets vergeten.
  • Kijken bij voorkeur niet naar gewelddadige films of tv-programma’s.
  • Voelen zich ongemakkelijk als er veel om hen heen gebeurt.
  • Erge honger heeft een sterke invloed op hun concentratievermogen of humeur.
  • Veranderingen in het leven brengen hen van hun stuk.
  • Hebben gevoel voor delicate geuren, smaken, geluiden en kunstwerken, en genieten er van.
  • Geven hoge prioriteit aan het vermijden van situaties die hen van streek maken of overbelasten.
  • Als zij moeten wedijveren of op hun vingers worden gekeken, worden zij zo gespannen dat hun prestaties veel minder zijn dan gewoonlijk.
  • Als kind worden/werden zij door hun ouders of leerkrachten gevoelig of verlegen gevonden.

Leven met HSP

De term HSP werd in 1996 geïntroduceerd door de Amerikaanse psychologe dr. Elaine N. Aron en staat voor highly sensitive person, oftewel ‘zeer gevoelig persoon’. In het Nederlands wordt highly sensitive person vertaald als hoogsensitief persoon of hooggevoelig persoon.

Er is volgens Aron prima te leven met zo’n persoonlijkheidskenmerk. Vooral als je weet waarom je je al van jongs af aan anders voelt. En als je begrijpt waarom je meer tijd nodig hebt om te herstellen en waarom andermans emoties zo hard binnenkomen.

In praktische zin is het volgens Aron belangrijk dat hsp’ers hun levenswijze aanpassen. Ze moeten leren hun schuld- of minderwaardigheidsgevoelens over hun inherente beperkingen los te laten en ze kunnen ze beter niet proberen op dezelfde manier te leven als niet-hsp’ers. Aron vindt het belangrijk dat hsp’ers niet overdrijven, dramatiseren en vervallen in slachtoffergedrag, maar ook niet in asseriviteitsproblemen die hsp’ers vaak hebben. Ze stimuleert hsp’ers vooral aan het maatschappelijke leven te blijven deelnemen.

Omdat hun hooggevoeligheid hen in staat stelt informatie onder de juiste omstandigheden beter en uitgebreider te verwerken kunnen hsp’ers aanzienlijk aan de samenleving bijdragen. Door positieve waardering van en betere omgang met hun aangeboren kwaliteiten zullen veel hsp’ers volgens Aron een gelukkig geestelijk leven leiden.

Zoals met alle persoonlijkheidskenmerken zijn er voors en tegens aan hoogsensitief zijn. HSP’ers kunnen moeite hebben om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden, kunnen schijnbaar ongepaste emotionele reacties laten zien in sociale situaties en kunnen ongemakkelijk reageren op licht, geluid of bepaalde fysieke gewaarwordingen. HSP zijn heeft ook voordelen, zo rapporteren hoogsensitieve mensen vaak dat ze diepe banden met anderen hebben, dat ze spannende dromen en interne monologen hebben en dat ze veel plezier beleven aan kunst, muziek en menselijke verbinding.

Met de juiste ondersteuning en een erkenning van de eigen sterke en zwakke punten kunnen HSP’ers een omgeving maken waarin ze op hun plek zijn.

De biologie achter hoogsensitiviteit

Bij dieren is ook een op de vijf individuen gevoeliger voor signalen uit de omgeving, zoals geluiden en lichten. Als een kudde dieren gaat drinken, is het handig wanneer een aantal dieren voorzichtiger is, gespitst op dreiging, beter in staat subtiele signalen te herkennen die op gevaar duiden. Als er nieuw territorium veroverd moet worden heb je juist minder sensitieve dieren nodig. Bij dieren die in groepen leven vullen deze eigenschappen elkaar daarom aan.

Kritiek op hoogsensitiviteit

Het concept van hoogsensitiviteit heeft in de jaren sinds Aron het bedacht heeft aan kracht gewonnen, vooral nu steeds meer mensen zich als HSP’er identificeren. In totaal wordt ongeveer 15 tot 20 procent van de bevolking als hoogsensitief beschouwd.

De eigenschap hoogsensitiviteit vindt vooral in de samenleving weerklank. Terwijl rond hoogsensitiviteit een industrie is ontstaan met boeken, cursussen en managementtools, doet de wetenschap het vaak af als een modeziekte. De onderzoeken die er wel naar gedaan zijn bevestigen dat het om een veelvoorkomende persoonlijkheidstrek gaat: ongeveer twintig procent van de mensen is gevoeliger voor prikkels.

Of iemand hoogsensitief is, wordt vastgesteld met een vragenlijst van Aron. De vragenlijsten worden steeds beter wetenschappelijk onderzocht, en er worden nieuwe elementen aan toegevoegd, maar honderd procent accuraat zijn ze beslist niet. Volgens Aron ben je daarnaast ofwel hooggevoelig, of niet. Zo zwart-wit ligt het volgens de meeste andere experts niet.

Aron’s bevindingen en het bestaan van hooggevoeligheid zijn niet algemeen geaccepteerd in de psychologie. Hoogsensitiviteit lijkt in de wetenschap niet serieus te worden genomen. Er zijn in totaal maar zeventig studies naar hoogsensitiviteit verricht, wereldwijd. Naar andere persoonlijkheidskenmerken als emotionele stabiliteit (neuroticisme) worden elke week wel zeventig studies gedaan.

Hoogsensitiviteit wordt soms als gefantaseerd beschouwd, in de zin dat iedereen ‘weleens’ het gevoel heeft dat het systeem tijdelijk overbelast of overprikkeld is. Eén van de kritieken is dat de beschrijvingen van hoogsensitiviteit zo algemeen zijn voor mensen dat de meesten zich hierin kunnen herkennen. Vaak klinkt het ook dat de gevolgen van hoogsensitiviteit schromelijk overdreven worden, terwijl hoogsensitiviteit alleen wil zeggen dat er personen zijn die wat gevoeliger zijn dan de gemiddelde mens.

Wetenschappelijk bewijs voor hoogsensitiviteit

Een bewijs dat hoogsensitiviteit bestaat vormen de studies waaruit blijkt dat de hersenen van hoogsensitieve mensen anders werken. De Belgische klinisch psycholoog Elke van Hoof van de Vrije Universiteit Brussel vergeleek fMRI-scans van ruim vijftienhonderd volwassenen en zag dat de meesten van ons een filter hebben in het informatieverwerkingssysteem. Informatie die we op dat moment niet nodig hebben, filteren we weg. Mensen met hooggevoeligheid kunnen dat niet. Bij hen komen veel prikkels tegelijk binnen. Ook bij het uitvoeren van een opdracht zijn bij hooggevoeligen meer hersengebieden tegelijk actief.

In vergelijkbare fMRI-studies zagen andere onderzoekers dat hoogsensitieve mensen sneller en beter subtiele verschillen opmerken tussen twee plaatjes die op het eerste gezicht identiek lijken. En in rust blijkt het brein van hooggevoelige mensen actiever.

Hoogsensitiviteit werkt twee kanten op. Waar overprikkeling, angst en depressie op de loer ligt, is ook het effect van positieve prikkels op hoogsensitieve mensen groter. Uit onderzoek met 11-jarige schoolmeisjes blijkt dat een hogere score op sensitiviteit zelfs gepaard gaat met een groter effect van psychologische hulp.

Hoogsensitiviteit, introversie en zintuiglijke verwerkingsstoornis

Hoogsensitieve mensen worden vergeleken met introverte mensen of met mensen met een hoog neurotisch gehalte. Volgens Aron’s theorie verschillen deze eigenschappen van elkaar, hoewel mensen ze tegelijk kunnen hebben.

Er zijn gelijkenissen tussen Aron’s HSP-theorie en een aandoening die bekend staat als sensorische verwerkingsstoornis. Hoogsensitiviteit komt ook vaker voor bij mensen met autisme of ADHD, maar deze stoornissen zijn niet hetzelfde als hoogsensitiviteit.

Scroll naar boven