We kennen allemaal mensen die seksueel misbruik of verkrachting hebben doorgemaakt. Veel van ons hebben zelf nare ervaringen gehad. Hulpverleners moedigen mensen met een seksueel trauma soms aan om over hun ervaringen te praten. Voor mij helpt het om over mijn trauma te praten. Het helpt me om door de pijn heen te gaan, het helpt me om te voelen dat ik niet alleen ben en het helpt me om in te zien dat het niet mijn fout was.
Maar hoe voelt het om de luisteraar te zijn? Wat moeten die zeggen? Hoe praten naasten met een slachtoffer van seksueel geweld op een manier die haar of hem helpt een beetje meer te genezen? Hoe zorgen ze dat zij of hij zich beter voelt na erover te vertellen?
Dit zijn een paar van de dingen die mijn vrienden en familie hebben gedaan, die mij echt hielpen:
Luister
Luisteren klinkt als iets vrij eenvoudigs. We doen het de hele dag, denken we. Toch is deze ‘open deur’ veel ingewikkelder dan ik zelf dacht, dus staat hij voor mij op 1.
Vroeger dacht ik dat ik een goede luisteraar was, maar nu weet ik dat dat niet zo is. Als vrienden met me over moeilijke dingen praatten, kon ik niet aan mijn eigen gedachten ontkomen. In plaats van me te concentreren op wat ze zeiden, wat ik van ze aanvoelde of wat ze van mij nodig zouden kunnen hebben, concentreerde ik me op wat ik zelf ging zeggen.
De dingen die ik zei waren vaak niet eens behulpzaam. Als ik bijvoorbeeld iets hoorde dat me ongemakkelijk maakte of triggerde, wilde ik hen geruststellen en het gesprek beëindigen. Dus ik kon in dooddoeners spreken, zoals “Misschien helpt het als je er wat vaker op uit gaat,” “Nou, daar zou ik me geen zorgen over maken” of “Dat betekent niet zoveel”. Maar ze konden niet naar buiten, maakten zich zorgen en het was veel voor hen.
In mijn poging om mensen gerust te stellen, luisterde ik helemaal niet. Ik heb hun zorgen van de hand gewezen.Dat doe ik nog steeds, maar inmiddels veel minder vaak. Ik weet het verschil tussen echt naar iemand luisteren en gewoon een beetje luisteren, maar vooral focussen op mijn gevoelens. En ik probeer echt te luisteren.
Ik leerde te luisteren in therapie. Mijn psychiater kon goed luisteren. In de zeldzame gevallen dat zijn luistervaardigheden niet zo scherp waren, merkte ik hoe anders mijn tijd met hem voelde.
Ik leerde dieper luisteren van mijn beste vriendin. Zij liet me zien het voelt als iemand die je echt liefhebt, je ook echt hoort. Het is een geweldig gevoel. Ze is een goede luisteraar, maar ze is ook een scherpe toeschouwer. Ze kan luisteren en kijken en lijkt nergens anders te zijn dan bij de persoon met wie ze praat. Zij kan de pijn verdragen waar haar gesprekspartner in zit, meevoelen, zonder erin te worden getrokken.
Door naar haar te kijken en met haar te praten ben ik een betere luisteraar geworden. Niet zo goed als ik wil zijn, maar ik blijf het oefenen. Naarmate ik beter word, lijken mensen het prettiger te vinden om hun gedachten met mij te delen. Mensen praten over hun angst, paniek en wanhoop. Ik ben beter in staat om mijn angsten en mijn onzekerheid te negeren om me op de ander te concentreren. Ik heb gemerkt dat als ik intensief luister, zonder met oplossingen te komen, mensen me meer vertellen.
Als slachtoffers er voor kiezen om ons te vertellen wat ze hebben doorgemaakt, moeten we weten hoe we kunnen luisteren. Echt luisteren.
Geloof
Toen herinneringen aan misbruik me te veel werden, besloot ik het een vriendin te vertellen die ik al sinds mijn dertiende kende. Ik was doodsbang dat ze me niet zou geloven. Als tiener was ik vaak in haar huis en ze had mijn gezin goed gekend. Ze was geschokt, maar ze geloofde me. Ik was zo opgelucht. Het hielp me om met haar te blijven praten over mijn herinneringen en het gaf me genoeg vertrouwen om het ook andere vrienden te vertellen.
Ik had het geluk dat iedereen me geloofde: mijn psychiater, mijn man, mijn andere vrienden en collega’s. Deze ogenschijnlijk eenvoudige actie, het geloven van het slachtoffer, is krachtig. De personen die mij een trauma bezorgen vertelden me jarenlang dat niemand me ooit zou geloven. En zelfs als ze dat wel deden, zouden ze begrijpen dat het mijn schuld was.
Voor een groot gedeelte van mijn jeugd hadden deze personen gelijk. Iedereen die voor me had moeten zorgen keek een andere kant op. Ik kon pas beginnen met helen toen ik wist dat ik geloofd werd.
Vraag
Wanneer ik vertel over mijn verleden is het lastig als er een ongemakkelijke stilte volgt. Als mensen me vragen stellen voel ik me veel beter over het onthullen van pijnlijke herinneringen. Hun nieuwsgierigheid geeft me dan het gevoel dat ze zich op hun gemak voelen en meer van me willen weten.
Als mensen hun leven en hun ervaringen met ons delen, vooral de nare ervaringen, aarzelen we om er dieper op in te gaan. We zijn bang tegen een pijnpunt te stoten. Maar de meeste mensen zijn nieuwsgierig naar anderen, waaronder ikzelf. Mensen vragen naar mijn huis en mijn werk, mijn studie en mijn lievelingskleur. Maar ze vragen maar zelden hoe ik omga met alles wat ik heb meegemaakt.
Als mensen me vragen stellen die de pijn van mijn verleden erkennen, dan voelt dat alsof ze verlangen me beter te leren kennen. Ik voel me opnieuw gezien en geloofd.
Wees eerlijk
Als iemands verhaal voor jou moeilijk te horen is, laat het dan weten. Wees vriendelijk maar direct. Zeg iets als, ‘Het spijt me zo wat er met je is gebeurd. Ik wil kunnen luisteren en meer weten, maar dat kan ik niet. Het roept pijnlijke herinneringen op over mijn eigen verleden en ik word bang of gek. Het spijt me dat ik je niet kan helpen door te luisteren. Ik geef om je en kan je helpen door bij je te zijn. Is dat goed?”.
Een mentor op mijn middelbare school zei me dit. In het begin voelde ik me daardoor gekwetst. Maar het was fijn te weten dat ze wilde helpen en luisteren, maar dat niet kon. Het was niet mijn schuld dat ze niet met me over mijn ervaringen kon praten.
Veel andere mensen hebben geprobeerd te helpen, maar hebben het uiteindelijk niet kunnen aanhoren. Toen ze op het punt kwamen dat ze niet meer konden luisteren, werden sommigen zelfs boos op me.
Ik weet dat ze niet verwachtten dat het zo moeilijk zou worden. Maar boos worden omdat ik zoveel vertel of heb meegemaakt helpt het trauma niet. Wees eerlijk en duidelijk over hoe je kunt helpen.
Leer
Aan het begin van mijn therapie heeft mijn man uit zichzelf zoveel mogelijk geleerd over overlevenden van kindermisbruik. Hij kocht elk zelfhulpboek dat hij kon vinden, en las daarnaast vele memoires, om beter te begrijpen hoe hij me kon helpen. Hij sloot zich aan bij een groep van partners van slachtoffers van seksueel misbruik.
Ik ben hem nog steeds onmetelijk dankbaar voor zijn inspanning om zelf meer te weten te komen. Hij leerde uiteindelijk meer dan ik wist en hielp me op manieren die ik zelf niet voor mogelijk had gehouden. De moeite die hij nog steeds doet om mij te helpen is het allerfijnste teken dat ik er echt toe doe.