Woman in Brown Coat Sitting Beside Man in Black Coat

Wat zijn waanideeën?

Waanideeën worden gekarakteriseerd als valse overtuigingen die in strijd zijn met de werkelijkheid. Je gelooft hardnekkig in dingen die -meestal aantoonbaar- niet waar zijn. Waanideeën kunnen zowel bizar als niet-bizar zijn:

  • Niet-bizarre waanideeën zijn voorstelbare gebeurtenissen die niet echt zijn, zoals de overtuiging gestalkt te worden, of bedrogen te worden door je partner.
  • Bizarre waanideeën worden gekenmerkt als onvoorstelbare overtuigingen, of overtuigingen over iets dat nooit kan gebeuren. Voorbeelden zijn de overtuiging dat je door buitenaardse wezens ontvoerd en gekloond bent, of dat een wereldwijd pedofielennetwerk de wereld in zijn greep houdt.

Waanideeën kunnen het gevolg zijn van het verkeerd interpreteren van gebeurtenissen, of ze kunnen voortkomen uit paranoia. Waanideeën maken vaak deel uit van een psychotische stoornis en kunnen ook naast hallucinaties voorkomen, zoals bij schizofrenie.

Verschil tussen waanideeën en hallucinaties

Hallucinaties zijn gewaarwordingen zijn die niet echt zijn, zoals stemmen horen of dingen zien die er niet zijn. Waanideeën zijn sterke overtuigingen die niet waar kunnen zijn. Ondanks dat ze verschillend zijn, maken ze allebei deel uit van het ervaren van een valse werkelijkheid. Iemand met schizofrenie heeft zowel waanideeën als hallucinaties.

Wat is een waanstoornis?

Een waanstoornis is een zeldzame psychische aandoening die gekenmerkt wordt door niet-bizarre waanideeën, waarbij een ervaring of een waarneming verkeerd geïnterpreteerd wordt. Het begin van een waanstoornis ligt meestal in het midden- tot latere leven, maar de stoornis kan op elk moment optreden. Het komt ook vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Mensen met een waanstoornis kunnen vaak vrij normaal blijven socialiseren en functioneren, afgezien van het onderwerp van hun waan, en gedragen zich over het algemeen niet op een duidelijk vreemde of bizarre manier. Dit in tegenstelling tot mensen met andere psychotische stoornissen die ook waanideeën hebben als symptoom van hun stoornis, zoals mensen met schizofrenie.

In sommige gevallen kunnen mensen met een waanstoornis echter zo gepreoccupeerd raken door hun waanideeën dat hun leven verstoord wordt. Mensen met een waanstoornis kunnen bijvoorbeeld depressief worden, vaak als gevolg van moeilijkheden die met de waanvoorstellingen samenhangen. Het handelen naar de wanen kan ook tot geweld of juridische problemen leiden. Verder kunnen mensen met deze stoornis uiteindelijk vervreemd raken van anderen, vooral als hun wanen hun relaties verstoren of beschadigen.

Types waanstoornissen

Er zijn grofweg vijf typen waanstoornissen te omschrijven. Iemand die in meerdere types valt kan een gemixte waanstoornis hebben. De vijf classificaties zijn:

Erotomane type

Het centrale thema van deze waan is dat iemand, meestal iemand die beroemd of onbereikbaar is, verliefd is op je. Je kan bijvoorbeeld geloven dat deze beroemde persoon geheime boodschappen doorgeeft in de films waarin hij de hoofdrol speelt. Je doet pogingen om contact op te nemen met telefoontjes, brieven of zelfs door schaduwen en stalken. Door met de waan samenhangend gedrag kun je in aanraking komen met de politie.

Lees ook: Parasociale relaties: onze fascinatie met beroemdheden

Grootheidstype

Je bent ervan overtuigd een groot talent te bezitten of een belangrijke ontdekking gedaan te hebben. Je hebt een opgeblazen gevoel van waarde, kennis, rijkdom, talent, macht, of roem, ondanks een gebrek aan bewijs daarvoor. Als je grandioze waanideeën hebt kan je bijvoorbeeld geloven dat je een belangrijke ontdekking heeft gedaan, of dat je door een religieuze entiteit gezonden bent om de wereld te redden.

Lees ook: Verborgen narcisme

Jaloerse type

Je bent ervan overtuigd dat een partner of minnaar ontrouw is. Deze overtuiging wordt gebaseerd op onjuiste, door twijfelachtig ‘bewijs’ ondersteunde conclusies. Je gelooft bijvoorbeeld dat je partner zijn of haar geheime minnaar ontmoet wanneer hij of zij niet in je aanwezigheid is, of geheime en gecodeerde boodschappen stuurt. Er kan gevaar bestaan voor lichamelijk geweld.

Achtervolgingstype

Je gelooft dat er tegen jou of iemand die je kent wordt samengezworen, dat je wordt bespioneerd, belasterd, gevolgd, gedrogeerd, bedrogen, mishandeld of getreiterd. Je gelooft dat iemand van plan is jou of iemand in je omgeving iets aan te doen en je stapt daarvoor mogelijk naar de rechtbank. Je kan herhaaldelijk proberen je recht te halen door in beroep te gaan bij rechtbanken en andere overheidsinstellingen. Mogelijk neem je je toevlucht tot geweld als vergelding voor ingebeelde achtervolging.

Somatisch type

Je hebt de overtuiging dat je lichamelijke gewaarwordingen of lichamelijke disfuncties ervaart, of lijdt aan een medische aandoening. Je bent er bijvoorbeeld van overtuigd dat je een zeldzame ziekte hebt of dat er parasieten onder je huid leven. Er is geen medisch bewijs van een probleem, aandoening of ziekte.

Symptomen waanstoornis

De aanwezigheid van niet-bizarre waanideeën is het duidelijkste symptoom van deze stoornis. Andere symptomen die kunnen optreden zijn:

  • Een prikkelbare, boze, of slechte stemming
  • Hallucinaties (dingen zien, horen of voelen die er niet echt zijn) die met de waan te maken hebben. Zo kan iemand die denkt dat hij of zij achtervolgt wordt iemand achter een auto zien wegduiken.

Diagnose waanstoornis

Als je symptomen van waanideeën ervaart kan je getest worden om te zien of je een waanstoornis hebt. Allereerst zal een arts je medische voorgeschiedenis onderzoeken en een medisch onderzoek uitvoeren. Sommige beeldvormende tests, zoals magnetische resonantie beeldvorming (MRI), kunnen gebruikt worden om andere aandoeningen uit te sluiten die de symptomen kunnen verklaren, zoals:

  • Ziekte van Alzheimer
  • Epilepsie
  • Obsessief-compulsieve stoornis
  • Delirium
  • Andere schizofrenie-spectrumstoornissen

Daarna wordt je doorverwezen naar een opgeleide psychiater of psycholoog. Deze zal zich baseren op het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) om de symptomen te toetsen aan de diagnostische criteria. Volgens de DSM zou voor het stellen van de diagnose waanstoornis sprake moeten zijn van:

  • niet-bizarre hallucinaties die minstens een maand voorkomen
  • je moet niet voldoen aan de criteria voor schizofrenie – dat wil zeggen dat de waanideeën niet gepaard gaan met hallucinaties.
  • je algehele functioneren is niet aangetast, behalve door de onmiddellijke gevolgen van het handelen naar een waanidee
  • de waanideeën mzijn niet het gevolg van een andere medische aandoening of van het innemen van drugs of medicijnen
  • de waanideeën staan los van een andere psychische stoornis
  • eventuele stemmingsstoornissen zijn kort in vergelijking met de waanideeën

Wat veroorzaakt een waanstoornis?

Net als bij veel andere psychotische stoornissen is de precieze oorzaak van de waanstoornis nog niet bekend. Onderzoekers kijken echter naar de rol van verschillende genetische, biologische, en omgevings- of psychologische factoren.

Genetische factoren

Het feit dat waanstoornis vaker voorkomt bij mensen die familieleden hebben met waanstoornis of schizofrenie suggereert dat er een genetische factor in het spel zou kunnen zijn. Net als bij andere psychische stoornissen kan de aanleg tot het ontwikkelen van een waanstoornis van ouders op hun kinderen worden doorgegeven.

Biologische factoren

Onderzoekers bestuderen hoe afwijkingen van bepaalde gebieden in de hersenen betrokken kunnen zijn bij het ontstaan van waanstoornissen. Een onevenwichtigheid van bepaalde chemische stoffen in de hersenen, neurotransmitters genoemd, is in verband gebracht met het ontstaan van waanvoorstellingen. Neurotransmitters zijn stoffen die zenuwcellen in de hersenen helpen boodschappen naar elkaar te sturen. Een slechte balans in deze chemische stoffen kan de transmissie van boodschappen verstoren, wat tot symptomen leidt.

Omgevings- en psychologische factoren

Er zijn aanwijzingen dat waanstoornissen kunnen worden uitgelokt door stress. Ook alcohol- en drugsmisbruik kunnen tot de aandoening bijdragen. Mensen die de neiging hebben geïsoleerd te zijn, zoals immigranten of mensen die slecht zien en horen lijken kwetsbaarder te zijn voor het ontwikkelen van een waanstoornis.

Behandeling waanstoornis

De behandeling van waanstoornis omvat meestal medicatie en psychotherapie; waanstoornis is zeer resistent tegen behandeling met medicatie alleen. Mensen met ernstige symptomen of die gevaar lopen zichzelf of anderen te verwonden moeten misschien in het ziekenhuis blijven tot de toestand gestabiliseerd is.

Therapie

Psychotherapie is de primaire behandeling voor waanstoornis. Het biedt een veilige omgeving om je symptomen te bespreken, terwijl het gezondere en meer functionele houdingen en gedragingen aanmoedigt.

Verschillende psychosociale behandelingen kunnen helpen bij de gedrags- en psychologische problemen die met waanstoornis gepaard gaan. Door therapie kun je ook leren je symptomen onder controle te houden, vroege waarschuwingssignalen voor terugval op te sporen, en een terugvalpreventieplan te ontwikkelen.

  • Individuele psychotherapie kan helpen het onderliggende denken dat vervormd is geraakt te herkennen en te corrigeren.
  • Cognitieve gedragstherapie (CGT) helpt om gedachtenpatronen en gedragingen die tot lastige gevoelens leiden te leren herkennen en veranderen.
  • Gezinstherapie kan gezinnen helpen beter om te gaan met een geliefde die een waanstoornis heeft, waardoor ze kunnen bijdragen aan een beter resultaat voor de persoon.

Medicijnen

De voornaamste medicijnen die gebruikt worden in een poging waanstoornis te behandelen zijn anti-psychotica:

  • Conventionele antipsychotica, ook wel neuroleptica genoemd, worden sinds het midden van de jaren vijftig gebruikt om psychische stoornissen te behandelen. Deze medicijnen werken door dopamine-receptoren in de hersenen te blokkeren. Dopamine is een neurotransmitter waarvan men denkt dat hij betrokken is bij het ontstaan van wanen. Conventionele antipsychotica zijn onder meer
    • chloorpromazine,
    • flufenazine,
    • haloperidol,
    • thiothixeen,
    • trifluoperazine,
    • perfenazine
    • thioridazine.
  • Atypische antipsychotica lijken doeltreffender te zijn bij de behandeling van de symptomen van waanstoornis. Deze medicijnen werken door het blokkeren van dopamine- en serotoninereceptoren in de hersenen. Serotonine is een andere neurotransmitter waarvan men denkt dat het betrokken is bij waanstoornis. Tot deze geneesmiddelen behoren
    • risperidon,
    • clozapine,
    • quetiapine,
    • ziprasidon
    • olanzapine.

Andere medicijnen die gebruikt kunnen worden om waanstoornis te behandelen zijn kalmerende middelen en antidepressiva.

  • Kalmerende middelen kunnen gebruikt worden als je erg angstig bent of slaapproblemen hebt.
  • Antidepressiva zouden gebruikt kunnen worden om depressie te behandelen, die vaak voorkomt bij mensen met waanstoornis.

Er is enige twijfel over de effectiviteit van deze behandelingen. De auteurs van een studie uit 2015 stellen dat er onvoldoende onderzoek is om wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen te doen voor behandelingen van waanstoornis.

Vooruitzichten voor mensen met een waanstoornis

Je moet zo snel mogelijk medische hulp zoeken bij een gekwalificeerde deskundige als jij of een geliefde last heeft van waanideeën. Vroegtijdige tussenkomst en steun kunnen een positief effect hebben op je vooruitzichten.

De vooruitzichten voor mensen met waanstoornis variëren naargelang de persoon, de soort waanstoornis, en de levensomstandigheden, waaronder de beschikbaarheid van steun en de bereidheid om je aan de behandeling te houden.

Waanstoornis is meestal een chronische aandoening, maar als het goed behandeld wordt kun je verlichting van je symptomen vinden. Sommige mensen herstellen volledig en anderen ervaren wisselend episodes van waanvoorstellingen met perioden van remissie.

Helaas zoeken veel mensen met deze stoornis geen hulp. Het is vaak moeilijk voor mensen met een psychische stoornis om te erkennen dat het niet goed met ze gaat. Ze kunnen ook te beschaamd of te bang zijn om behandeling te zoeken. Zonder behandeling kan een waanstoornis een levenslange ziekte zijn.

Tenslotte

Een waanstoornis is een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door waanideeën. Over het algemeen zijn deze waanideeën niet overdreven bizar of onrealistisch. Ze zijn wel gebaseerd op een onjuiste interpretatie van de werkelijkheid.

Meestal is er voldoende bewijs om aan te nemen dat de gedachten niet op waarheid berusten. Veel voorkomende waanideeën zijn onder meer de overtuiging dat iemand tegen je samenzweert, verliefd op je is, of je ontrouw is.

Waanideeën kunnen ook ontstaan door andere mentale gezondheidsproblemen, zoals schizofrenie. Je moet meteen medische hulp zoeken als jij of een geliefde waanideeën heeft. Artsen gebruiken vaak antipsychotische medicijnen en psychologische therapieën om waanstoornis te behandelen.

Bronnen

  • American Psychiatric Association (Corporate Author). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, DSM-5. American Psychiatric Publishing, Incorporated; 2013.
  • Blazer DG, Steffens DC. The American Psychiatric Publishing Textbook of Geriatric Psychiatry. American Psychiatric Pub; 2009.
  • Devinsky, O. (2009). Delusional misidentifications and duplications: right brain lesions, left brain delusions. Neurology, 72(1), 80-87.
  • Drake, M. E. (n.d.). Delusional Disorder DSM-5 297.1 (F22). Theravive. Retrieved 2021, August 18, from: https://www.theravive.com/therapedia/delusional-disorder-dsm–5-297.1-(f22)
  • Joyce, E. M. (2018). Organic psychosis: the pathobiology and treatment of delusions. CNS neuroscience & therapeutics, 24(7), 598-603.
  • Mendez, I., et al. (2018). Psychotic-like experiences in offspring of parents with bipolar disorder and community controls: A longitudinal study.
  • Morin, A. (2021, February 13). What Is a Delusion? Very Well Mind. https://www.verywellmind.com/definition-of-delusion-4580458#citation-9
  • Nygaard, M., Sonne, C., & Carlsson, J. (2017). Secondary psychotic features in refugees diagnosed with post-traumatic stress disorder: a retrospective cohort study. BMC psychiatry, 17(1), 1-11.
  • Shelton RC. Chapter 17. Other Psychotic Disorders. In: Ebert MH, Loosen PT, Nurcombe B, Leckman JF. eds. CURRENT Diagnosis & Treatment: Psychiatry, 2e. New York: McGraw-Hill; 2008.
  • Skelton, M., et al. (2015). Treatments for delusional disorder.
Scroll naar boven