Een aanpassingsstoornis is een aandoening die sommige mensen in de maanden na een stressvolle gebeurtenis of levensverandering kunnen krijgen. Bekende voorbeelden van aanpassingsstoornissen zijn:
- een rouwstoornis na de dood van een naaste
- burn-out na een verandering in je baan
- heftige vermoeidheid na de veranderende omstandigheden in de coronapandemie
Een aanpassingsstoornis kan een scala van symptomen veroorzaken, zoals depressie, angst, en verstoring van emoties. Artsen kunnen een aanpassingsstoornis diagnosticeren met depressie, angst, of gemengde depressie en angst. Sommige mensen noemen een aanpassingsstoornis een situationele depressie. Het zijn echter niet dezelfde aandoeningen.
Inhoud van dit artikel:
Wat is een aanpassingsstoornis?
Een aanpassingsstoornis is een extreme emotionele of gedragsmatige reactie binnen 3 maanden na een stressvolle of belangrijke levensgebeurtenis.
Mensen kunnen een abnormale reactie of een hoger niveau van emotionele ontregeling ervaren dan verwacht als reactie op een situatie. Deze stress kan een scala van symptomen veroorzaken die mensen geestelijk en lichamelijk kunnen beïnvloeden.
Symptomen van aanpassingsstoornis zijn niet te wijten aan een andere geestelijke gezondheidstoestand, en passen niet binnen het gebruikelijke proces van rouwen of je aanpassen aan een ingrijpende levensverandering.
Ook positieve gebeurtenissen kunnen aanpassingsstoornis veroorzaken als het ingrijpende veranderingen zijn. Voorbeelden van levensgebeurtenissen of veranderingen die aanpassingsstoornis kunnen uitlokken zijn:
- verhuizing
- scheiding
- het verlies van een dierbare
- de geboorte van een kind of broertje of zusje
- een ernstige ziekte of ernstige verwonding
- verhuizing
- naar een nieuwe school school gaan
- huwelijk
- huwelijksproblemen
- pensionering
- financiële moeilijkheden
- verlies van een baan
- een nieuwe baan
- een natuurramp
- een traumatische gebeurtenis
Bepaalde factoren kunnen de kans vergroten dat je een aanpassingsstoornis krijgt:
- Genetica, levenservaring, persoonlijkheid, en bestaande psychische problemen kunnen allemaal een rol spelen in hoe je op levensgebeurtenissen reageert. Als je meerdere stressoren tegelijk ervaart kan dit zich samenvoegen tot een aanpassingsstoornis.
- Kinderen met veelvuldige stress hebben meer kans om aanpassingsstoornis te ontwikkelen.
Aanpassingsstoornissen beginnen binnen 3 maanden na een stressvolle gebeurtenis en duren meestal niet langer dan 6 maanden nadat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden en de gevolgen ervan zijn gestopt. In sommige gevallen kan een chronische aanpassingsstoornis langer duren, maar meestal is een langere duratie een teken dat het gaat om een andere psychische stoornis zoals PTSS of depressie.
Criteria aanpassingsstoornis in de DSM-5
De criteria voor een aanpassingsstoornis zijn:
A. De ontwikkeling van emotionele of gedragsmatige symptomen als reactie op een of meer aanwijsbare stressoren die optreden binnen drie maanden na het begin van de stressor(en).
B. Deze symptomen of gedragingen zijn klinisch significant, zoals blijkt uit een of beide van de volgende kenmerken:
- Duidelijke lijdensdruk die niet in verhouding staat met de ernst of intensiteit van de stressor, rekening houdend met de externe context en de culturele factoren die de ernst en presentatie van de symptomen kunnen beïnvloeden.
- Significante beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.
C. De stressorgerelateerde stoornis voldoet niet aan de criteria voor een andere psychische stoornis en is niet slechts een exacerbatie van een reeds bestaande psychische stoornis.
D. De symptomen zijn geen uitingen van normale rouw.
E. Zodra de stressor of de gevolgen daarvan zijn verdwenen, persisteren de symptomen niet langer dan nog eens zes maanden.
Symptomen van aanpassingsstoornis
Symptomen van aanpassingsstoornis kunnen variëren naar gelang de leeftijd. Kinderen en adolescenten hebben vaak meer gedragssymptomen. Volwassenen kunnen meer depressieve symptomen vertonen. Algemene symptomen zijn:
- neerslachtige stemming
- vaak piekeren of je angstig voelen
- je vaak verdrietig voelen of huilen
- hopeloosheid
- je zenuwachtig en nerveus voelen
- roekeloos gedrag of overtreden van maatschappelijke regels
- je afzonderen van vrienden en familie
- sociale terugtrekking uit de maatschappij
- suïcidale gedachten of gedragingen
- moeite met normaal functioneren op school of werk
Kinderen hebben daarnaast vaak de volgende symptomen:
- slaapproblemen
- veelvuldig huilen
- vermijden van of niet naar school willen gaan
- ruzies uitlokken
- prikkelbaarheid
- vandalisme
- vijandigheid
Sommige mensen kunnen alleen emotionele symptomen hebben, terwijl anderen alleen gedragssymptomen hebben.
Typen aanpassingsstoornis
Mensen kunnen de volgende soorten aanpassingsstoornis hebben:
- Met angstgevoelens: Je nerveus, bezorgd, zenuwachtig voelen, of verlatingsangst hebben.
- Met depressieve stemming: Je neerslachtig voelen, hopeloos, of verdrietig.
- Met angst en depressieve stemming: Een combinatie van de bovenstaande symptomen.
- Met gedragsstoornis: Schenden van de rechten van anderen, overtreden van maatschappelijke normen en regels.
- Met verstoring van emoties en gedrag: Een combinatie van alle bovenstaande soorten aanpassingsstoornis.
- Ongespecificeerd: Met symptomen die niet in een van de bovenstaande categorieën passen, zoals psychosociale stress, lichamelijke klachten, teruggetrokkenheid, verminderde prestaties of concentratieproblemen bij werk of studie.
Is het een aanpassingsstoornis of PTSS, depressie of angst?
Mensen met aanpassingsstoornis hebben symptomen die overlappen met symptomen van andere aandoeningen zoals:
- posttraumatische stressstoornis (PTSS)
- depressie
- angststoornis
PTSS treedt meestal op na een levensbedreigende gebeurtenis, zoals oorlog of lichamelijke mishandeling. Dat is vaak een heftigere gebeurtenis dan een levensverandering of stressor die aanpassingsstoornis kan uitlokken. PTSS duurt ook vaak langer dan aanpassingsstoornis.
Een aanpassingsstoornis kan moeilijker te scheiden zijn van depressieve stoornissen of angststoornissen. Een aanpassingsstoornis heeft echter een andere reeks criteria dan andere psychische aandoeningen. Artsen kunnen het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) gebruiken om een aanpassingsstoornis te onderscheiden van gelijksoortige aandoeningen. Aanpassingsstoornis komt ook voor in de internationale medische classificatielijst die bekend staat als de ICD-11.
Diagnose van een aanpassingsstoornis
Een arts beoordeelt je symptomen, vraagt naar je medische voorgeschiedenis en zal een psychiatrische evaluatie uitvoeren om aanpassingsstoornis te diagnosticeren. Dit onderzoek helpt andere mogelijke psychische aandoeningen uit te sluiten.
Je arts kan mensen ondervragen over eventuele recente gebeurtenissen die een aanpassingsstoornis kunnen hebben uitgelokt. Ze kijken ook naar je persoonlijke geschiedenis van emotionele en gedragspatronen.
Bij kinderen kunnen artsen daarnaast nagaan of de ontwikkeling verloopt zoals ze verwachten, want dit kan emotionele en gedragsreacties beïnvloeden.
Een arts gebruikt de DSM-5 om na te gaan of de symptomen overeenkomen met de criteria van aanpassingsstoornis, in plaats van met een andere psychische aandoening.
In sommige gevallen raden artsen ook bloed- en urineonderzoek aan om er zeker van te zijn dat een andere aandoening de symptomen niet veroorzaakt.
Behandeling van een aanpassingsstoornis
- Psychotherapie of gesprekstherapie kan helpen de aanpassingsstoornis te overwinnen. Je psycholoog kan je helpen om de emotionele en mentale symptomen van de stoornis te verwerken.
- Groepstherapie kan helpen bij het opnieuw ontwikkelen van sociale en interpersoonlijke vaardigheden.
- Cognitieve gedragstherapie (CGT) omvatten richt zich op het veranderen van gedachtenpatronen om je te helpen problemen op te lossen en positieve coping-methoden te ontwikkelen.
- Kinderen of gezinsleden van kinderen met een aanpassingsstoornis kunnen baat hebben bij systeemtherapie. Gezinsleden zullen dan samen met een therapeut werken aan positieve veranderingen, zoals betere communicatie, interacties, en meer steun binnen het gezin.
- In sommige gevallen kan een arts medicatie voorschrijven naast behandeling met psychotherapie voor symptomen als depressie en angst. Medicatie is echter meestal niet de eerste lijn van behandeling bij aanpassingsstoornissen.
Samenvatting
Aanpassingsstoornis is een extreme reactie op een stressvolle levensgebeurtenis of belangrijke levensverandering. Het kan mensen van elke leeftijd treffen. Veranderingen in de gezinsstructuur, echtscheiding, of verhuizing kunnen allemaal aanpassingsstoornis uitlokken.
Mensen kunnen gevoelens van depressie, angst of hopeloosheid ervaren. Ze kunnen zich sociaal terugtrekken, zich verdrietiger voelen dan gewoonlijk, of moeite hebben met slapen. Ze kunnen ook ontwrichtend gedrag vertonen.
Een aanpassingsstoornis treedt op binnen 3 maanden na een stressvolle gebeurtenis, en duurt meestal niet langer dan 6 maanden na de gebeurtenis en de gevolgen ervan zijn verdwenen.
Je kunt het beste naar je huisarts gaan als je symptomen van aanpassingsstoornis hebt. Een arts kan hen doorverwijzen naar een psycholoog. Gesprekstherapieën kunnen je helpen de aanpassingsstoornis te overwinnen.