Repressie of verdringing is een psychologisch afweermechanisme waarbij je onbewust onaangename emoties, impulsen, herinneringen en gedachten uit je bewustzijn blokkeert.
Repressie was het eerste afweermechanisme dat Sigmund Freud identificeerde. In tegenstelling tot veel van zijn andere afweermechanismen is repressie onderwerp van wetenschappelijke discussie.
De functie van afweermechanismen
Wanneer je moeilijke emoties of impulsen hebt zoek je vaak naar manieren om met deze ongewenste gevoelens om te gaan. In tegenstelling tot bewuste strategieën die we gebruiken om met dagelijkse stress om te gaan, werken deze afweermechanismen op een volledig onbewust niveau.
Afweermechanismen zijn een manier waarop je geest onbewust probeert je angst te verminderen en je emotioneel evenwicht te herstellen.
Afweermechanismen komen veel voor en zijn meestal een normaal aspect van het dagelijks functioneren. Wanneer ze op de juiste manier worden gebruikt, beschermen afweermechanismen zoals repressie je tegen negatieve gevoelens, helpen ze teleurstelling te minimaliseren, beschermen ze je gevoel van eigenwaarde en beheersen ze je stressniveaus.
Lees over andere afweermechanismen of verdedigingsmechanismen
Freud’s Ideeën over repressie
Repressie of verdringing was het eerste verdedigingsmechanisme dat Freud vaststelde, en hij geloofde ook dat het de belangrijkste was. De hele Freudiaanse psychoanalyse was erop gericht deze onbewuste gevoelens en driften tot bewustzijn te brengen, zodat er bewust mee omgegaan kon worden.
Het kernwoord van repressie is onbewust. Repressie of verdringing wordt vaak verward met surpressie of onderdrukking, een ander afweermechanisme dat niet onbewust plaatsvindt. Repressie gaat om het onbewust blokkeren van ongewenste gedachten of impulsen, surpressie is een bewuste manier van blokkeren en gaat om het opzettelijk proberen pijnlijke of ongewenste gedachten te vergeten of er niet aan te denken.
Lees ook: Sigmund Freud over het onderbewustzijn
Dromen
Freud geloofde dat dromen een manier waren om in de onbewuste geest te gluren. Door de manifeste inhoud van dromen, of de letterlijke gebeurtenissen die in een droom plaatsvinden, te analyseren, geloofde hij dat we meer te weten konden komen over de latente inhoud van de droom, of de symbolische, onbewuste betekenissen. Onderdrukte gevoelens kunnen opduiken in de angsten, zorgen en verlangens die we in deze dromen ervaren.
Lees ook: Manifeste en latente droominhoud
Freudiaanse versprekingen
Freudiaanse versprekingen zijn een ander voorbeeld van hoe onderdrukte gedachten en gevoelens zich volgens Freud kenbaar kunnen maken. Freud geloofde dat versprekingen heel onthullend konden zijn, en vaak laten zien wat we op een onbewust niveau echt over iets denken of voelen.
Hoewel deze gevoelens onderdrukt zijn sluipen ze naar buiten wanneer je het het minst verwacht. Dat je je partner je aanspreekt met de naam van iemand met wie je samenwerkt kan gewoon een simpele vergissing zijn, maar Freud zou suggereren dat het een teken kan zijn dat je onderdrukte seksuele verlangens hebt voor die collega.
Het oedipus complex
In Freud’s stadia van psychoseksuele ontwikkeling stelde hij voor dat kinderen tijdens het genitale stadium een proces doormaken waarin ze hun ouder van dezelfde sekse aanvankelijk zien als een rivaal voor de affecties van de ouder van de andere sekse.
Om dit conflict op te lossen, onderdrukken ze de gevoelens van agressie en beginnen ze zich te identificeren met hun ouder van dezelfde sekse. Bij jongens staan deze gevoelens bekend als het Oedipuscomplex, bij meisjes heet dit het Electracomplex.
Lees ook: Freud’s psychoseksuele ontwikkeling
Fobieën
Fobieën kunnen volgesn Freud een voorbeeld zijn van hoe een verdrongen herinnering invloed op het gedrag kan blijven uitoefenen. Bijvoorbeeld: een jong kind wordt tijdens het spelen in het park door een hond gebeten. Hij ontwikkelt later een ernstige fobie voor honden, maar heeft geen herinnering aan wanneer deze angst ontstaan is. Hij heeft de pijnlijke herinnering aan de angstige ervaring met de hond verdrongen, zodat hij zich niet bewust is van waar deze angst precies vandaan kwam.
Het repressie-debat
De notie van onderdrukte herinneringen, of het bestaan van herinneringen die zo pijnlijk of traumatisch zijn dat ze buiten het bewustzijn worden gehouden, is de laatste decennia een controversieel onderwerp geweest.
Kritiek op repressie in de psychoanalyse
Hoewel repressie een term is die in de psychologie vaak gebruikt wordt, wordt het beschouwd als een beladen en controversieel begrip. Het heeft lang gediend als een kernidee binnen de psychoanalyse, maar er zijn een aantal critici geweest die de geldigheid en zelfs het bestaan van repressie in twijfel trokken.
In de psychoanalyse wordt namelijl gesuggereerd dat verdringing een rol speelt in het vervormen van iemands werkelijkheid, die dan tot neurose en disfunctie kan leiden. Een overzicht van het onderzoek concludeerde echter dat deze vervormingen in sommige omstandigheden een gunstige invloed kunnen hebben.
Ook al bestaat verdringing en worden bepaalde dingen aan het bewustzijn onttrokken, dit betekent niet dat dit proces noodzakelijkerwijs bijdraagt tot psychische stoornissen. Het op deze manier vervormen van de werkelijkheid kan juist helpen om iemands psychologisch en sociaal functioneren te verbeteren. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die een zogeheten repressieve copingstijl hebben minder depressie ervaren en beter met pijn omgaan.
Kritiek op repressie en onderdrukte herinneringen
Een van de belangrijkste veronderstellingen in de klassieke traditie van de psychoanalyse was dat traumatische herinneringen verdrongen kunnen worden. Het meeste onderzoek heeft echter uitgewezen dat trauma juist de neiging heeft de herinnering aan de pijnlijke gebeurtenis te versterken.
Onderzoekers als Elizabeth Loftus hebben herhaaldelijk aangetoond dat valse herinneringen aan gebeurtenissen zich vrij gemakkelijk vormen. Mensen zijn in sommige gevallen ook geneigd tot het verzinnen of samenstellen van herinneringen. Mensen kunnen ten volle geloven dat zulke herinneringen juist zijn, ook al zijn ze aantoonbaar onjuist.
In veel gevallen kan trauma de herinnering aan een gebeurtenis juist versterken. Mensen kunnen als gevolg van deze traumatische ervaringen een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkelen, waardoor ze levendige flashbacks van de gebeurtenissen krijgen. In plaats van verdringing van de pijnlijke herinneringen te ervaren, worden mensen gedwongen ze steeds opnieuw te beleven.
Dit betekent niet noodzakelijk dat de herinneringen aan deze gebeurtenissen helemaal juist zijn. Geheugenvervormingen komen vaak voor, vooral omdat de coderings-, opslag-, en terugvindprocessen vatbaar zijn voor fouten.
Onderzoek heeft wel het idee ondersteund dat selectief vergeten een van de manieren is waarop mensen het bewustzijn van ongewenste gedachten of herinneringen blokkeren. Een van de manieren waarop dit kan gebeuren is door wat retrieval-induced forgetting genoemd wordt.
Retrieval-induced forgetting treedt op wanneer het oproepen van bepaalde herinneringen ervoor zorgt dat andere verwante informatie vergeten wordt. Dus het herhaaldelijk oproepen van bepaalde herinneringen kan ertoe leiden dat andere herinneringen minder toegankelijk worden. Traumatische of ongewenste herinneringen kunnen vergeten worden door het herhaaldelijk oproepen van positievere herinneringen.
Lees ook gezonde manieren om met stress en emoties om te gaan
Conclusie
Sigmund Freud geloofde dat het opheffen van repressie de sleutel tot psychologisch herstel was, maar dit wordt niet door onderzoek ondersteund. Sommige deskundigen denken zelfs dat het aan het licht brengen van verdrongen materiaal hooguit de eerste stap naar verandering is. Iets inzien is immers niet voldoende om je probleem te verhelpen. Maar het kan wel leiden tot een succesvolle eerste stap in therapie.
Bronnen
- Timary PD, Heenen-Wolff S, Philippot P. The question of “representation” in the psychoanalytical and cognitive-behavioral approaches. Some theoretical aspects and therapy considerations. Front Psychol. 2011;2:71. doi:10.3389/fpsyg.2011.00071
- Wang Y, Luppi A, Fawcett J, Anderson MC. Reconsidering unconscious persistence: Suppressing unwanted memories reduces their indirect expression in later thoughts. Cognition. 2019;187:78-94. doi:10.1016/j.cognition.2019.02.016
- Prasertsri N, Holden J, Keefe FJ, Wilkie DJ. Repressive coping style: Relationships with depression, pain, and pain coping strategies in lung cancer outpatients. Lung Cancer. 2011;71(2):235-240. doi:10.1016/j.lungcan.2010.05.009
- Nash RA, Wade KA, Garry M, Loftus EF, Ost J. Misrepresentations and flawed logic about the prevalence of false memories. Appl Cogn Psychol. 2017;31(1):31-33. doi:10.1002/acp.3265
- Strange D, Takarangi MK. Memory distortion for traumatic events: The role of mental imagery. Front Psychiatry. 2015;6:27. doi:10.3389/fpsyt.2015.00027
- American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental disorders: DSM-5 (5th ed.). Arlington, VA: American Psychiatric Association; 2013.
- Brewin CR, Andrews B. Psychological defense mechanisms: The example of repression. The Psychologist. 2000;13(12):615-617.
- Rofe, Y. Does repression exist? Memory, pathogenic unconscious and clinical evidence. Review of General Psychology. 2008;12(1):63-85. doi:10:1037/1089-2680.12.1.63