Je ouders vinden het prima dat je homo bent, maar toch kom je niet uit de kast. Je hebt een psychose gehad maar vermeldt dat voor de zekerheid nooit aan een potentiële werkgever. Je komt uit een andere cultuur en bent bang dat je daarom anders wordt behandeld. Het deel uitmaken van een minderheidsgroep of gestigmatiseerde groep kan stressvol zijn, zelfs als je zelf geen expliciete vooroordelen ervaart.
Wat is minderheidsstress?
Minderheidsstress verwijst naar de stressoren die mensen uit ondervertegenwoordigde of gestigmatiseerde groepen ervaren, die rechtstreeks verband houden met hun minderheidsidentiteit. Alleen zelfdiscriminatie of het verwachten van discriminatie kan al lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen veroorzaken.
Microagressie kan ook tot minderheidsstress leiden. Er is sprake van microagressie wanneer mensen zich subtiel of indirect discriminerend gedragen, vaak zonder dat ze zich dat realiseren, bijvoorbeeld:
- twee vriendinnen zijn aan het winkelen en mensen staan erop om met degene te praten die geen rolstoel gebruikt, zelfs als zij niet degene is die de vraag stelt.
- mensen steken onbewust de straat over wanneer ze een jongen met Marokkaanse afkomst zien naderen, terwijl ze dat niet zouden doen als hij blank was.
Bovenop zelfdiscriminatie en microagressie komt vaak ook nog de stress van daadwerkelijke discriminatie.
Oorspronkelijke definitie van minderheidsstress
Minderheidsstress werd voor het eerst door een onderzoeker benoemd in 1995, en werd gedefinieerd als een vorm van stress die voortvloeit uit de status van minderheid. Hij omschreef met name chronische stress bij homoseksuele mannen in verband met stigmatisering:
- Geïnternaliseerde homofobie, oftewel discriminerende overtuigingen die tegen jezelf gericht zijn omdat je homoseksueel bent.
- Verwachting van afwijzing en discriminatie door de omgeving
- Ervaring met discriminatie
Wie ervaren minderheidsstress?
In het oorspronkelijke onderzoek was er een sterke focus op LGBTQ+-minderheden, maar minderheidsstress is zeker niet beperkt tot die groepen. Minderheidsstress kan onder anderen ervaren worden door:
- Mensen van kleur of met een andere culturele achtergrond (geïnternaliseerd racisme)
- Moslims, Joden, Sikhs, en andere personen uit niet-majoritaire religies (geïnternaliseerd racisme)
- Homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen (geïnternaliseerde homofobie)
- Genderdiverse kinderen en volwassenen (geïnternaliseerde transfobie)
- Personen met een fysieke handicap (geïnternaliseerd validisme)
- Personen met een psychische stoornis (geïnternaliseerd validisme)
- Vrouwen -vooral in door mannen gedomineerde omgevingen- (geïnternaliseerd seksisme)
- Ouderen -vooral in door jongeren gedomineerde omgevingen- (geïnternaliseerd ageisme)
- Andere groepen die in de samenleving als anders worden beschouwd, gemarginaliseerd worden, of tegen een glazen, roze of ander plafond oplopen.
Personen die lid zijn van meerdere minderheidsgroepen ervaren vaak meer minderheidsstress dan personen die lid zijn van één minderheidsgroep. Mensen met deze zogenaamde intersectionele identiteiten kunnen daarnaast stress ervaren die uniek is voor die identiteit.
Minderheidsstress en gezondheidsverschillen
Gezondheidsverschillen worden gedefinieerd als verschillen in gezondheid die verband houden met sociale of economische nadelen. Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LGBTQ+-ers) blijken een aantal gezondheidsverschillen te ervaren die verband houden met minderheidsstress. Ook veel andere minderheidsgroepen hebben te maken met één of meer gezondheidsverschillen.
Gezondheidsverschillen houden verband houden met een aantal factoren, waaronder verschillen in:
- Toegang tot gezondheidszorg
- Kwaliteit van de gezondheidszorg
- Toegang tot gezonde voeding
- kwantiteit en kwaliteit van onderwijs
Slechts zeer zelden kunnen gezondheidsverschillen tussen groepen in verband worden gebracht met feitelijke biologische verschillen tussen groepen. Ze houden veel vaker verband met sociale en medische ongelijkheden, zowel huidige als historische. Ze worden ook vaak in verband gebracht met gedrag dat kan worden verergerd door minderheidsstress.
Elk aspect van minderheidsstress kan gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.
Geïnternaliseerd stigma en gezondheidsverschillen
Geïnternaliseerd racisme, homofobie, transfobie, validisme en andere vormen van stigmatisering kunnen de gezondheid op een aantal verschillende manieren beïnvloeden:
- Wanneer mensen een fundamenteel aspect van zichzelf niet leuk vinden of zelfs haten leidt dit tot angst, depressie en andere vormen van geestelijke gezondheidsproblemen.
- Er is een verband aangetoond tussen geïnternaliseerd racisme en overgewicht, mogelijk als gevolg van een stressreactie. Overgewicht wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, waaronder insulineresistentie, diabetes en hart- en vaatziekten.
- Geïnternaliseerd racisme, homofobie, transfobie of validisme kan ook leiden tot risicovol gedrag, zoals automutilatie, onbeschermde seks of alcohol- en drugsmisbruik. Deze gedragingen kunnen worden gebruikt om het gevoel van zelfhaat te verdoven of ervan af te leiden.
Lees ook: middelenmisbruik bij LGBTQ+-mensen
Verwachting van discriminatie en gezondheidsverschillen
De verwachting van discriminatie kan zowel tot hyperalertheid als tot vermijding leiden:
- Alertheid of hypervigilantie kan leiden tot gevoelens van stress en depressie. Het kan ook leiden tot uitputting, veranderingen in eetlust en andere gezondheidsproblemen. Het kan zelfs de ervaring van pijn beïnvloeden.
- Vermijding kan nog meer directe gevolgen hebben voor de gezondheid en de gezondheidsverschillen. Als iemand bijvoorbeeld bang is om naar de dokter te gaan omdat hij of zij bang is dat die haar vijandig gezind zal zijn, kan dat directe gevolgen hebben voor zijn of haar gezondheid.
Angst voor discriminatie in de gezondheidszorg leidt aantoonbaar tot het vermijden van zorg. Het vermijden van zorg kan leiden tot vertragingen in testen en behandeling die negatieve gevolgen hebben voor de algehele gezondheid.
Discriminatie en gezondheidsverschillen
Ervaringen met discriminatie kunnen zowel direct als indirect de gezondheid beïnvloeden. Indirect is het bijvoorbeeld mogelijk dat een persoon uit een minderheidsgroep geen huisvesting kan vinden die dicht bij een toegankelijke gezondheidszorg ligt. Hij of zij kan het zich misschien niet veroorloven om vrij te nemen van zijn of haar werk. Beide dingen kunnen ervoor zorgen dat hij of zij minder vaak naar de dokter gaat dan noodzakelijk.
Dan zijn er ook de directe effecten van discriminatie op gezondheid. Discriminatie veroorzaakt nog sterkere stresseffecten dan alleen maar verwachten dat je mishandeld wordt. Bovendien is gebleken dat zorgverleners minder goede zorg verlenen aan mensen uit verschillende minderheidsgroepen. Dit is soms, maar niet altijd, het resultaat van bewust racisme, seksisme of andere vormen van vooroordelen. Het is nog vaker het gevolg van impliciete vooroordelen, vooroordelen die buiten het bewustzijn liggen.
Impliciete vooroordelen tegen minderheden blijken van invloed te zijn op een aantal aspecten van de interactie tussen artsen en patiënten. Dit omvat alles van behandelingsbeslissingen tot welke diagnoses worden vermoed en welke tests worden gedaan.
De gezondheidseffecten van minderheidsstress aanpakken
Om de gezondheidseffecten van minderheidsstress aan te pakken is het belangrijk te beseffen dat minderheidsproblematiek en discriminatie zich op meer manieren uit dan door kwetsende dingen zeggen en neer te kijken op mensen. Professionals moeten zich vooral bewust zijn van hun impliciete vooroordelen en de manieren waarop hun onbewuste overtuigingen en veronderstellingen de besluitvorming in de gezondheidszorg en de resultaten van patiënten kunnen beïnvloeden.
De beste manier om minderheidsstress aan te pakken in de samenleving is bewustmaking van de manieren waarop intelligente en goedbedoelende mensen onbewuste overtuigingen met zich mee kunnen dragen die enorme gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van anderen. In veel opzichten zijn openlijk discriminerende mensen een veel kleiner gezondheidsprobleem dan onzichtbare systemen van ongelijkheid.
Lees ook: middelenmisbruik bij LGBTQ+-mensen
Bronnen
- Drazdowski TK, Perrin PB, Trujillo M, Sutter M, Benotsch EG, Snipes DJ. Structural equation modeling of the effects of racism, LGBTQ discrimination, and internalized oppression on illicit drug use in LGBTQ people of color. Drug Alcohol Depend. 2016 Feb 1;159:255-62. doi: 10.1016/j.drugalcdep.2015.12.029.
- Meyer I.H. Minority stress and mental health in gay men. J Health Soc Behav. 1995 Mar;36(1):38-56.
- Zhang X, Yao S, Sun G, et al. Total and abdominal obesity among rural Chinese women and the association with hypertension. Nutrition. 2012;28(1):46-52. doi:10.1016/j.nut.2011.02.004
- Clark, R., Anderson, N. B., Clark, V. R., & Williams, D. R. (1999). Racism as a stressor for African Americans: A biopsychosocial model. American Psychologist, 54, 805-816.
- Dohrenwend, B. P. (2000). The role of adversity and stress in psychopathology: Some evidence and its implications for theory and research.Journal of Health and Social Behavior, 41, 1-19.
- Meyer, I. H. (2003).Prejudice, social stress, and mental health in lesbian, gay, and bisexual populations: Conceptual issues and research evidence. Psychological Bulletin, 129, 674-697.
- Meyer, I. H., & Northridge, M. E.(Eds.). (2007). The health of sexual minorities: Public health perspectives on lesbian, gay, bisexual and transgender populations. New York: Springer.
- Pascoe, E. A., & Richman, L. S. (2009). Perceived discrimination and health: A meta-analytic review. Psychological Bulletin, 135, 531-554.
- Hall WJ, Chapman MV, Lee KM, et al. Implicit racial/ethnic bias among health care professionals and its influence on health care outcomes: a systematic review. AJPH. 2015. doi:10.2015/ajph.2015.302903